Het verhaal gaat dat twee Britse muziekliefhebbers in de late jaren vijftig van de vorige eeuw elkaar tegenkomen in de bus naar school ergens in Londen en uiteindelijk besluiten een (cover)band te beginnen. Zo kwamen Rob Mobach en Berend van Houten elkaar zo’n vijf en twintig jaar later tegen in een zakelijker setting; een OR-cursus van een supermarkt van Duitse herkomst. ’s Avonds aan de bar kwam het onderwerp muziek aan de orde. Berend had toen wat cassettebandjes bij zich die in de bar gedraaid werden. Het werd al snel duidelijk dat Rob en Berend dezelfde muzikale voorkeur hadden. De eerste stap voor het formeren van een band werd gezet. Berend, al in het bezit van een (Bart Smit) drumstel die destijds bij Piet Smit op zolder stond, stimuleerde Piet hierdoor om dan toch eindelijk eens gitaar te leren spelen. Rob en Berend oefenden bij Rob thuis in de huiskamer. Piet woonde een paar huizen verder en hoorde beide mannen zo nu en dan spelen en kwam dan langs. Rob en Piet vonden elkaar in de muziek van de Rolling Stones en de Velvet Underground. Daarna ontstond al gauw een trio. De oefenruimte werd verplaatst naar een slaapkamer van Berend zijn ouders thuis. Niet veel later werd er bij Berend thuis geoefend, wederom in een slaapkamer. Als trio zou de band bestaansrecht hebben. Een nieuwe prille coverband was een feit. Rob Mobach; gitaar en zang, Piet Smit; gitaar en Berend van Houten; drums en zang. Het was in het jaar 1986.
Eerste optreden Challenger april 1986
Nog maar net drie akkoorden en één ritme kennende werd er binnen een paar maanden al opgetreden bij het 35 jaar huwelijksfeest van Berend zijn ouders. De band moest ook een naam hebben en met de Challenger ramp nog vers in het geheugen, werd voor deze gelegenheid gekozen voor de naam van de onfortuinlijke spaceshuttle. Het optreden kon een energiek en vurig optreden worden, maar het kon evenzogoed op een ramp uitdraaien. Het werd iets tussen beide…De band werd hetzelfde jaar nog uitgebreid. Jurgen Vlek, de toenmalige zwager van Berend werd gevraagd om de bas te komen spelen. Na twee jaar en enkele obscure optredens, bleek hij toch iets meer verstand van verzekeringen te hebben en verliet de band. Jurgen werd in 1988 opgevolgd door Peter Kramer, een kennis van Berend en Piet, ook al moest hij nog bas leren spelen. Maar ook Peter had uiteindelijk meer verstand van iets anders en hield het voor gezien. Rond 1990 kwam Ronnie de Vries om de hoek kijken. Ronnie gek van stevige bluesrock muziek en de toenmalige zwager van Piet, wilde de band komen versterken. Eén probleem; net als zijn voorgangers kon hij geen noot spelen, maar pakte dit zeer snel op. Zo bleek maar weer dat drie maal scheepsrecht is. Er werd mondjesmaat opgetreden en dat ging niet altijd van een leien dakje. Zo werd er wel eens wat vergeten mee te nemen. Was het niet een gitaar of een setje snaren, dan was het wel een basversterker voor een optreden in Apeldoorn. Toch werd er vooruitgang geboekt, want de oefenruimte was allang niet meer een slaapkamer. Er was een ruimte gevonden in het gebouwtje van de motorclub ‘de Laaglanders’ op een veldje aan de Houtlaan in Drachten.
Intussen werkte Berend bij een zorginstelling in Beetsterzwaag. Daar leerde hij Feiko Wouda kennen die ook in de muziek actief was op de mondharmonica, maar bandloos. Hij was onlangs uit een regionale bluesband ontslagen wegens gebrek aan muzikale ambitie. Dit speelde in het begin van het jaar 1998 en het zal geen toeval geweest zijn dat Berend Feiko attendeerde op een optreden van Challenger in De Buorskip te Beetsterzwaag, destijds bij Feiko om de hoek. Hij bezocht het optreden; de eerste editie van Knaakpop en raakte enthousiast door het feit dat Challenger het nummer Seven Days van Bob Dylan speelde. Een jaar later, in 1999 toen Feiko al een aantal maanden lid was van band de Healers, vroeg Berend hem voor een gastoptreden. Het ging om de tweede editie van Knaakpop in het alom bekende zalencentrum Vreewijk in de Folgeren. Het podium werd net als de eerste editie gedeeld met de band Foar’t Earst. Na een tweede gastoptreden werd Feiko’s bijdrage op waarde geschat. Hij kon toetreden tot Challenger met als doel om de band nog verder te versterken. Later ging hij zich naast de harmonica toeleggen op percussie en achtergrond zang. Vanaf toen werd het allemaal wat interessanter. Bij de CD presentatie van de eerste CD ‘Blew It Again’ (2007) in Iduna, werd opgetreden met de band Sije uit Oostermeer, de band waar Jantine van der Zee samen met haar zus zangeressen waren. Onder de indruk van Jantine’s zang, werd zij een poosje later gevraagd om de zang bij Challenger voor haar rekening te nemen. Met Jantine werd de tweede CD ‘Dispersion’ opgenomen (2011) en werd ter ere van het 25 jarig jubileum wederom gepresenteerd in Iduna. De oefenruimte aan de Houtlaan werd noodgedwongen door huizenbouw ingeruild voor een loodsbox op het industrieterrein van Drachten.
Challenger in de bezetting met Peter Smits en Antje de Vries
Na vele mooie jaren met fijne optredens zowel in cafe’s, kleine zalen als festivals, besloot Jantine in 2013 te stoppen. Dit was een grote aderlating voor de band. Tijdens een jaar met vele audities van zangers en zangeressen kwam er uiteindelijk één bovendrijven en dat was Antje de Vries. De draad werd weer opgepikt en al gauw beheerste Antje het grootste gedeelte van het Challenger repertoire en werd het met nieuwe nummers uitgebreid. Werden er met Jantine een aantal popnummers gespeeld, met Antje verschoof het accent meer naar Rock. Binnen de kortste tijd stond er weer een hechte band op de planken, maar toen besloot Ronnie de band te verlaten. Geplande optredens speelde Ronnie nog wel uit, maar in de zomer van 2017 was het definitief. Er was nog wel een CD opgenomen, maar door ontevredenheid over het resultaat is die tot op heden op de plank blijven liggen. Misschien lag het aan de titel; ‘No Expectations’. Peter Smits , voorheen Bacon & Bones, nam het stokje over van Ronnie, maar die kon het na een jaar niet meer combineren met zijn nieuwe baan, gelukkig zag Ronnie het rond die tijd weer zitten om te bassen!
Challenger rond 2012
Intussen was de repetitieruimte in de loodsbox op het industrieterrein door verkoop opgehouden te bestaan. Er werd een repetitieruimte gevonden in de Lawei. Gekscherend wordt Challenger nu ook wel de huisband van het theater genoemd. Net voordat de pandemie Nederland bereikte gaf Antje te kennen wegens privé redenen en fysiek ongemak te stoppen met zingen. Repeteren en optreden trok een zware wissel op haar privé leven en noopte haar tot het nemen van meer rust. De Corona periode dwong de band tot het nemen van een sabbatical. Intussen werden er voorzichtig audities gehouden in periodes dat de maatregelen het toelieten. Er werd echter niet een nieuwe zangeres gevonden, totdat Antje na een akoestische zomeravond sessie bij Piet in de tuin toch weer de microfoon van de wilgen plukte. Sindsdien is Challenger weer helemaal terug en speelt inmiddels al zevenendertig jaar. Dat de band al zolang bestaat en momenteel misschien wel de langst bestaande band van Drachten, komt door onderlinge vriendschap, liefde voor muziek, creativiteit en plezier in spelen. Hierdoor krijgt de muziek van de Rolling Stones, Janis Joplin, Blondie, Lou Reed, Herman Brood, Alanis Morrisette, Bob Dylan, Neil Young etc. de alom geroemde ‘Çhallenger sound’.
Promotieposter voor een optreden bij Pietje Bel
https://www.youtube.com/watch?v=eb1pHqOb6Oo
https://www.youtube.com/watch?v=UNgiDj0KrYU